Zonneschijn

Mijn ogen open zie zonneschijn
Een goude gloed door een kier in t’gordijn
Nog even rekken lui en loom
Een vogel zingt al met hoge toon

Beloften voor een nieuwe dag
Tovert op mijn gezicht een lach
Verdwenen is nu de donkere nacht
Een nieuwe dag die nu weer wacht

En ook al zou nu deze dag
Niet geven wat ik had verwacht
Dan kan het morgen nog altijd
De mooiste uit mijn leven zijn
Shadow
Nieuw leven

Twee oogjes als sterren
Kijken de wereld in
Nog wat onzeker
Een heel nieuw begin

Twee kleine handjes
Zoekend in het rond
Naar de steun en de liefde
Die het bij de geboorte al vond

Een heel nieuw klein leven
Alle mogelijkheden nog daar
Met al onze liefde gekregen
Presenteren we haar
shadow
Wanneer ik luistert

Wanneer ik zo s’morgens vroeg luistert
Naar de stilte die heerst om me heen
Het wakker worden van de vogels
Hun gezang lief en sereen

Ik rek me nog een keertje
Ik lig nog wel heel fijn
De wekker tikt zijn melodietje
Het zal al snel weer drukker zijn

Dan begint het jachtige leven
Zoals het iedere dag dan gaat
We blijven jakkeren en jagen
Van s ‘morgens vroeg tot s’avonds laat

Ik geniet daarom nog even
Van mijn warme knusse stek
Ruik de aroma van de koffie
Die ik al had klaargezet

Ik ben klaar voor de nieuwe morgen
Met hopelijk een mooie dag
En het gefluit der vogels
Tovert op mijn gezicht een lach
Shadow

Nog onschuldig

Nog onschuldig zonder pijn
Gewoon nog even een kindje zijn
Die nog geloofd in al wat moois is
Nog niet door tegenslagen ontgoocheld is

Die nog denkt dat heel de wereld
Vol met bloemen en vlinders staat
Nog niet weet wat oorlog of haat
Al voor kwaad heeft aan gedaan

Maar wie belet me om te denken
Zoals een klein onschuldig kind?
Die alleen maar liefde wil schenken
En daarin haar sterkte vind
shadow

In het bos

Wanneer je stil bent in het bos
Hoor je de elfjes spelen
Ze dansen en ze dartelen rond
Je mag geen kiekje geven

Blijf stil staan, niet bewegen
Al is het koud of kil
Dan zie je ze met elkaar spelen
En kan je kijken zolang je wil

Hun liefelijk gezang zal je horen
Klinkend als klokjes zo teer
Het zal je helemaal bekoren
Je hoort of ziet niets anders meer

Wees dus stil in het bos
Daar waar de elfjes wonen
En heb je het geduld, ja dan
Zul je in elfjes geloven
Shadow

Een kleine elf zat op mijn hand

Een kleine elf zat op mijn hand
En zei ga je mee naar elfenland
Daar groeien nog overal bloemen
En hoor je de bijen zoemen

De paddestoelen zijn er bewoond
Door allemaal kleine wezens
De goede fee verwacht je daar
Want alles staat al klaar

Ik ben toen maar vlug mee gegaan
Wilde kijken hoe het daar toegaat
En was plots in een sprookjesland
Met elfjes en kaboutertjes beland

We hebben heel de nacht gedanst
Op muziek van dieren geluiden
Van klein tot groot deden ze mee
Al brullend en al fluitend

Het was helaas maar een droom
Ik werd wakker nog wat sloom
En inde verte kon ik nog zien
Een lichtje… een elfje misschien?
Shadow

Volgende